johnenankienaarsantiago.reismee.nl

Van Triacastela naar Sarria

Vannacht redelijk goed geslapen, ondanks (weer) het plastic over de matras. Maar aan warmte hield het niet over. Vóór 9 uur zaten we al op de fiets; waarschijnlijk omdat het op die slaapzaal ook niet echt gezellig was. Het was ontzettend koud: 10 graden. En omdat we alleen maar een paar kleine klimmetjes hoefden te doen en voor de rest daalden merkten we dat heel goed! We hadden het allebei niet in de benen vandaag, want zelfs die kleine klimmetjes waren ons beiden eigenlijk al te veel. Het is alsof bij ons allebei de puf er vandaag helemaal uit is.

Daarom hebben we na 10 km in het dorp Samos eerst maar eens lekker koffie gedronken en een broodje erbij genomen, met ook nog een groot glas verse jus! Lekker! Toen zijn we (omdat het einde van dit avontuur nu al begint te naderen) eens gaan kijken hoe we de rest van onze reis gaan indelen. We hebben onze terugreis alvast geboekt: 27 september, 3 dagen hotel geboekt in ons eindpunt Santiago, en 2 nachten in Finesterre, het verste punt dat we gaan bereiken. We hebben nu dus mooi al een aantal stappen vastgelegd, maar dat betekent ook wel dat we de tussenliggende afstanden in de nog besteedbare tijd moeten fietsen! En dat is zo’n 60-65 km per dag, ongeacht de heuvels die we tegenkomen.

Het kostte nogal wat moeite om ons hotel te vinden in Sarria, een grote, ongezellig aandoende stad, maar we waren er om 14.30 uur. En toen begon het ( zoals de voorspelling ook was) te regenen. We zijn daarna allebei eerst maar eens lekker in bad gegaan, ik heb de verslagen bijgewerkt, John z’n hoofd en gezicht onthaard, en voor de rest gaan we lekker uitrusten!

Plan: op tijd naar bed en vroeg op, zodat we morgen voldoende kilometers kunnen maken.

We hebben vandaag 21 km gereden.

Van Villafranca naar Triacastela

Niet zo goed geslapen vannacht. Allebei enorm liggen zweten; maar dat is niet gek als het warm is en je ligt ook nog op een matras met zeiltje en een onderlaken met zeiltje. Het zal best hygiënisch zijn maar ik vond het maar niks. Verder lagen we ook nog eens bij het neon licht van het hotel en aan een redelijk drukke weg. We staan vroeg op; ik ga het stukje van gisteren schrijven, een slaapplaats voor de avond regelen en John gaat de fietsen doen. We eten snel een broodje, maken koffie van warm water uit de kraan, maar de vieze gronderige smaak van dit water is zelfs in de koffie nog te proeven. Toen we klaar waren met alles hebben we eerst het dorp nog even bekeken; daar waren we ook nog niet aan toe gekomen, en toen op pad. 9.50 uur!

Het fietsen gaat eerst best goed. De stijging valt nog wel mee, en het is mooi zonnig weer en nog niet te heet. We fietsen op een weg met rotsen hoog om ons heen, en het wordt steeds groener. Na 20 km beginnen we echt te stijgen. Na een paar kilometer staat er een bord dat we het pad van de wandelaars moeten nemen. Dat doen we dan maar. Maar al snel komen we op zo’n steil pad, dat we er niet op komen met de fiets. Dit is balen! Wij eerst maar eens in het boekje kijken of we er iets over kunnen vinden. Nee dus. En in het boekje staat: vanaf hier klimmen de wandelaars naar Ceibrero op erg steile wegen, en ook de fietsers gaan nu stevig in de pendalen. We dachten: dat wordt niks! We moeten terug naar ons eigen fietserspad. We hadden gezien dat er een paar km terug een klein pad naar onze routeliep; wel erg steil, maar het moest maar. 400 meter een zware fiets over een pad naar boven duwen is geen pretje! Het viel vooral John erg zwaar omdat hij zich niet zo goed voelde; gisteren ook al niet. Z’n benen wilden niet zo goed. Maar gelukkig, toen waren we er; weer op onze eigen route. Er stond alleen wel een bord: verboden in te rijden, behalve voor bewoners (en dan in het Spaans). Dat vonden we erg vreemd, maar we besloten het er maar op te wagen, omdat het alternatief ook niks was. Misschien werden we aangehouden, maar dat zagen we dan wel weer!

Er gebeurde niks en we reden mooi door! Af en toe even stoppen omdat John zo moe was. Het was natuurlijk wel constant aardig klimmen! Na ongeveer een uur rijden was ineens onze weg afgesloten! Met grote hekken en gaas. 20 meter verderop ook nog eens. Links van ons liep een nieuwe weg, die overging in onze weg; die van ons hield dus gewoon op! Daarvoor waren die borden dus die wij hadden genegeerd! Terwijl we het eens goed bekeken en onze mogelijkheden overwogen (er was nog een weg 500 m terug, naar rechts, maar die ging heel ergens anders naartoe) kwamen er 2 Spanjaarden aan op een fiets. Met lichte bepakking. Ze bekeken het ook eens, en toen bedachten ze dat we de bagage van de fietsen moesten halen, de fietsen over de afrastering moesten tillen, richting de links gelegen (nieuwe) weg, dan door de bermbegroeiing moesten duwen, vervolgens over de vangrail moesten tillen, en dan de bagage daarnaartoe moesten brengen en de fietsen weer op moesten tuigen! Dan konden we gewoon rechts aan de kant van de nieuwe weg fietsen! Een groot probleem was echter wel dat er véél en gróte vrachtwagens over die (daar nog maar gedeeltelijk begaanbare weg) reden. Maar wat was het alternatief? Toen de Spanjaarden hun fietsen en bagage op die manier verplaatsten haalden wij ook snel alles van de fiets en hielpen zij ons met onze fietsen tegen de binnenkant van de vangrail te plaatsen. Toen zij wegreden haalden wij onze tassen naar de weg (door onkruid en lage braam begroeiing, waaraan we onze benen open haalden), zetten de fietsen over de vangrail, vervolgens de tassen, en tuigden zo snel mogelijk onze fietsen op (we stonden er best gevaarlijk) en reden weg. Ik dacht dat we ongeveer 1,5 km langs de weg moesten fietsen, maar dat bleek zeker 10 tot 12 km te zijn. En dan op een stijgende weg! Waar we konden stopten we even om op adem te komen. We verwachtten eigenlijk dat we van de weg zouden worden gehaald,want vooral bij bochten was het erg gevaarlijk en dus eng, omdat dat niet een stukje voor ons was om op te fietsen, en de vrachtwagens raasden langs ons heen! De wegkanten waren ook nog niet afgewerkt, dus dat maakte het nog een stuk lastiger.

Maar we werden niet van de weg gehaald, en het ging gelukkig allemaal goed! Toen we van de weg af konden moesten we nog 300 hoogtemeters stijgen. Het was vandaag een heel lastig karwei! In totaal moeten we van (begin) 455 m naar 1335 meter! We stopten vaak om even bij te komen, maar als je dan weer begint te fietsen heb je eerst erg veel last van verzuring, gaan je knieën pijn doen en worden je benen op een gegeven moment ook echt moe. Maar we hebben het weer gehaald! Trots!! En boven zagen we toevallig de Spanjaarden weer! Ja, zij hadden het ook wel gevaarlijk gevonden!

Toen de lange en soms erg steile afdaling nog van 650 hoogte meters! En het was ondertussen behoorlijk hard gaan waaien, en dat merk je bergafwaarts heel goed! Niet qua kou, want daar kun je je op kleden, maar qua stabiliteit! Onderweg hebben we maar eens even gestopt en wat gegeten, want ik werd er helemaal duizelig van! Om 18.40 uur waren we bij ons slaapadres. Een hostel, met een kamer met 14 bedden. Maar we hadden geluk: er sliep maar 1 man bij ons op de kamer. Er was weer geen deken, maar met extra kleding aan, ons lekkere dekentje van Lourdes en een handdoek er overheen hebben we het weer gered. We hebben kekker in het restaurantje in het dorp gegeten en alvast een hotel voor morgen kunnen regelen; slechts 21km verderop in een stad. We moeten even bijtanken!

We hebben vandaag 59 zware kilometers gefietst!

Van Rabanal naar Villafranca

Voor ik het weer vergeet wil ik even zeggen hoe leuk al die reacties van jullie zijn! Ik heb geen tijd om ze te beantwoorden, maar John en ik lezen ze vaak even in een pauze. We genieten er erg van. Bedankt!

Om 7.30 uur op vanochtend. Snel alles klaarmaken, broodje eten op de kamer en om 9.40 uur fietsten we weg. Vandaag gaan we de Tweede helft van de Cruz de Ferro fietsen. Een pittig stuk van 1120 m naar 1504 m hoogte. Het was bijzonder koud en mistig vanochtend, dus eerst flink de kleren aan. Maar van het klimmen word je wel warm (en dan kan alles weer uit).

Het is een zware klim, met een stuk van 10% en zelfs een stukje van 12%, (ik moet gedeeltelijk lopen) maar we halen het weer. En het is echt bijzonder om daar boven te zijn! Er staat een klein kerkje, en een houten paal met een kruis er op. Sinds Keltische tijden markeert dit de grens tussen 2 streekgebieden. Het is een bijzonder punt op de route, een bemoedigend teken voor de pelgrims die zich afvragen of ze Santiago wel zullen halen. Van oudsher legt men een steen aan de voet van dit monument, met een gedachte of wens aan thuis en een daad waarbij men symbolisch een deel van hun last afwerpt en een nieuwe stap doetop de te vervolgen levensweg. Ook wij hebben daar een steen neergelegd met een wens er op! De bult stenen is in de loop van de tijd al behoorlijk gegroeid!

Na Cruz de Ferro hadden we nog een paar lastige klimmetjes en daarna een gigantisch afdaling van 1000 m! En nog behoorlijk steil, en bochtig ook! We hebben van alles weer aangetrokken, want die afdaling was ijzig koud! Het was een pak van mn hart toen we dat gehad hadden.

Tijdens de afdaling hadden we weer een mijlpaal, nl dat we 3000 km hebben gefietst! Hoera! Nu het restje van 600(?) nog.

Beneden even snel een patatje gegeten en toen weer door naar ons slaapadres. Het was niet te geloven, maar we fietsen door een stadje en komen we weer langs die Am. Doodie en Eddie. Die schijnen hun leven door te brengen op een terras! En het fietsen naar ons slaapadres bleek nogal wat klimwerk te zijn. Daar hadden we echt op gerekend. Maar om 17. 10 uur waren we er! Een mooie kamer. We zijn lekker uit eten geweest en vroeg gaan slapen, want morgen wacht ons weer een ontzettende klim naar de Cebreiro! 30 km lang, en van 500 m naar bijna 1450 m hoog.

We hebben vandaag 61 km gefietst.

Van Oncina de Camina naar Rabanal

Lekker, maar ook onrustig geslapen: bed en deur kraakte erg. Veel regen vannacht. 6.45 uur opgestaan. John heeft alvast alles klaargemaakt, ik heb het verhaal van gisteren nog geschreven. 9.45 uur op de fiets. Volgens de eigenaresse van de hostel was het veel korter het Camino pad van de wandelaars te volgen om weer op de route te komen. Nou dat hebben we geweten; het was een heel modderig, plakkerig pad van 5,5 km lang. Ik wilde nog terug, maar John dacht dat iedereen dat pad nam, ook de Belgen. Maar die waren zo slim geweest ( hoorden we later) om via de wat langere verharde weg terug te gaan.

Daarna kwamen we weer op een goed pad. Na 18,5 km in een dorpje, onder een afdak met dorpsbanken koffie gedronken. Toen begon het te regenen. We hebben tamelijk veel regen gehad die dag. Heel toevallig kwam het Franse meisje uit onze hostel ook langslopen. Het fietsen ging verder goed.

Na ongeveer 44 km gingen we wat eten in een stadje, Astorga. Maar helaas, toen we de fietsen eenmaal goed op slot aan aan de ketting hadden bleek het restaurant vol. De volgende was echt te smerig om te eten. Er waren eigenlijk niet veel eetgelegenheden open, maar gelukkig zagen we er nog een. Daar bleken toevallig ook weer die Amerikanen op het terras te zitten. We hebben heerlijk tortilla, olijven en chocolademelk gehad; we konden er dus weer tegen.

Om 16.20 uur weer op de fiets; nog 20 km naar onze auberge. Het motregende steeds; we hebben ons maar nat laten regenen. We waren warm genoeg door het fietsen en vooral lekker klimmen. Om 18.10 uur waren we er. Mooie slaapkamer, leuke gelegenheid. Ze vertelden ons dat er om 19.00 uur een mis was on het dorpskerkje. Ik dacht speciaal voor de Pelgrims, dus wij heel snel douchen en er naartoe. Maar dat was niet zo, en het was een gewone mis; vreselijk saai! Wel een heel mooi kerkje! Toevallig zaten Patrick en Marc in onze auberge te dineren. Gezellig nog even gepraat. We moesten nogal lang wachten voor we konden eten; daarom waren we pas om 22.00 uur weer op de kamer. Maar het was wel lekker. Morgen verslag maar weer. Nu eerst slapen!

Vandaag 70 km gefietst!

Van Sahagún naar Oncina

Wekker vroeg gezet, want ik moest het verhaal nog maken. John gaat de fietsen weer even goed nakijken. Een sober ontbijt en dan beslissen waar we naartoe gaan vanavond. Moeilijk met 2 bergen in het verschiet. Maar uiteindelijk beslissen we, naar Oncina ( het adres hebben we gekregen van Marc en Patrick). Via bellen kunnen we daar nog een gedeelde kamer krijgen. 10.25 uur op pad. Nog even naar de fietsenmaker voor nieuwe binnenbandjes en dan is het om 10.45 echt fietsen. Ik maak me al een beetje druk omdat het al weer zo laat is. We besluiten niet over Leon te gaan , maar een stuk af te snijden. Dan is de tocht 60 á 65 km.

Het fietsen gaat heel goed. Het is mooi weer, lekkere temperatuur en een klein windje. De omgeving is tamelijk saai. We komen onderweg veel wandelaars achterop; nu nog tamelijk fit. Na 18 km gaan we in El Burgo Ranero aan de koffie met taart (van 2 dagen geleden). Dat is een klein dorpje dat helemaal uitgestorven dreigde te raken, maar is door de Camino weer helemaal tot bloei gekomen.

Na 37 km fietsen gaan we in Mansilla de las Mulas lekker lunchen, bij een prachtig rustkruis/beeld. We hebben daarvoor alles bij ons. Het is een mooi en levendig dorp, met veel pelgrim mogelijkheden, maar wij moeten door. Wel even een stempel gehaald in een cafe. Het is meest bewolkt, dus heerlijk fietsweer. Waarschijnlijk hebben we vandaag, omdat het niet zo heet is en we dus minder zweten, minder last van de vele vliegen die je willen prikken zodra je even stilstaat.

De wind trekt aan, maar we hebben meer zijwind. Gunstig dus. We schieten dan ook flink op. We besluiten toch maar via Leon te gaan. Tot nu toe hebben we niks afgesneden (dat is eigenlijk onze eer te na) en het schijnt ook een interessante stad te zijn. Dat betekend wel meer kilometers maken. Ongeveer 20 km voor Leon krijgen we de wind in de rug: heerlijk! We hebben dan een snelheid van ongeveer 20 km/u. Dat schiet op.

Om 16.40 uur zijn we in Leon; 64 km gereden. Het is een mooie stad. We hebben een aantal dingen (van buiten, want om er in te gaan hadden we te weinig tijd) bekeken. John heeft in een oude auto gezeten, we hebben de Casa Botines (1894) van Gaudi gezien en de werkelijk prachtige kathedraal ( met 1800m2 aan gebrandschilderd glas). Dat had ik graag van binnen gezien. De route leidde ons nog door de stad en toen op naar onze slaapplaats voor deze nacht. In de stad begon het al te regenen, maar dat was gelukkig niet te hard en na een half uurtje al weer voorbij. Om 18.50 uur waren we in de Auberge. Wat leuk om Patrick en Marc weer te zien! We deelden onze kamer met 2 meisjes, waarvan 1 Frans meisje door de druk van de Carona haar baan als verpleegster heeft opgezegd en nu een lange wandeltocht doet, om weer rust te vinden.

We waren nog op tijd om mee te dineren: heerlijk en gezellig! Om 21.30 uur lag alles te slapen; wij ook!

Vandaag zijn we al 50 dagen onderweg!

We hebben 81 km gefietst!

Van Frómista naar Sahagún

Heerlijk geslapen. Lekker beneden ontbeten; heerlijk veel ook! Vanochtend besloten niet te ver te rijden vandaag. We maken er weer een beetje een zondag van. We hebben vanochtend met mensen uit Boston gepraat (Doodie en Eddie); ze doen een georganiseerde reis. Hun bagage wordt steeds naar een volgend hotel gebracht, en de bedoeling was dat zei de tocht op een electrische fiets zouden doen. Maar de fiets van de (stevige) man is kapotgegaan. Nu hangen ze wat rond, laten zich verder brengen en lopen kleine stukjes van de tocht. Hot Pffff! Heavy Pffff. Zij is heel uitgesproken: leuk! We hebben eerst de mooie San Pedro kerk bekeken, brood en gebak gehaald en bij de bakker lekker koffie gedronken. Toen op pad. Toevallig kwamen we toen Partick en Marc ook weer tegen. Die hadden er al bijna 30 km opzitten.

Het fietste heel fijn, lekkere soepele benen, leuke omgeving en lekker zonnig weer. Na 12 km deden we het dorpje Villacazár aan. John z’n band was niet hard meer, dus eerst maar eens banden oppompen. De mooie kerk bezocht dat bekend staat om zijn prachtige houtsnijwerk en waar een mooi beeld van st Jacobus staat. Je moest €1,50 entree betalen. Ok! En binnen bleek dat je €1 in een automaat moest doen om het licht op het mooie houtsnijwerk te laten schijnen. nou zeg!

Weer buiten bleek John z’n band weer wat zachter: wel lek dus! Dan maar het tweede nieuwe bandje dat we hadden er om gezet. Ik heb even gekeken, maar er is een fietsenmaker in het dorp waar we slapen, dus we kopen morgenochtend even 2 nieuwe binnenbandjes. Het werd ondertussen al later, daarom eerst snel een broodje en cola genuttigdbij een bar en toen op pad. Het was ondertussen 14.20 uur, en we moesten nog 43 km fietsen ( 47 bleek later). Het werd dus al weer geen vroegertje vanavond. Wel blij dat we al een hotel hadden.

Het was een redelijk saai stuk dat we reden, maar het ging goed en snel! Na een aantal kilometers gingen we over op een grindpad (eigenlijk het pad van de lopers). Dat was wel lastiger rijden. Het bleek een oude Romeinse weg te zijn; de La Parva. Het was een mooi, heel apart maareentonig gebied van afgemaaide graanvelden. We wisten niet hoe lang dat pad was; het bleek 11,5 km te zijn. Op 36,5 km waren we in Calzadilla de la Cueza. We moesten nog 21,5 km rijden. Het was heet, maar het ging goed. Het waren allemaal lange heuvels, van zo’n 30 tot 50 m hoog. Wel heerlijk: inspannen om de heuvel op te komen en dan weer heerlijk snel en koel in de wind de heuvel afrijden. Om 18.50 uur waren we bij ons hotel. Mooie kamer! Leuk hotel! Patrick en Marc logeerden er ook en Doodie en Eddie ook! We hebben er ‘s avonds heerlijk gegeten en met onze Belgische vrienden gepraat.

We zagen nog een half ingestort oud huis, waarin we goed konden zien dat ze vroeger hier aan de zogenaamde adobebouw deden: dat is blokken maken van leem en stro en daar huizen van bouwen. Dan afdekken met leem en pleisterlaag.

We hebben vandaag 59 km gefietst.

Van Burgos naar Frómista

Niet ontzettend goed geslapen. We waren allebei al ruim voor de wekker wakker. Om 9 uur hebben we de fietsen weer uit de supermarkt gehaald. Eerst naar de prachtige kathedraal, maar die was nog niet open. Daarom een stempel gescoord in een bar. Daarna de route opgezocht. Het was redelijk koud en we moesten er nog wat inkomen, daarom na 1 km aan de rand van de stad eerst maar een bar in voor een heerlijke kop koffie met wat erbij. Daar kwamen we inderdaad wat van bij. Meteen geprobeerd een hotel te boeken. Via de site en booking.com lukte het niet, maar toen ik gewoon naar het hotel ging bellen hadden ze nog wel een kamer. Gelukkig, ook weer geregeld!

We gingen vandaag 80 km fietsen omdat dat met het krijgen van een slaapplaats goed uitkwam, en omdat het ons een niet al te zware route leek. 5 heuvels hadden we te nemen, waarvan de eerste twee best pittig bleken. De eerste ging heel goed en het was nog een mooie omgeving. Het was bewolkt en nog een beetje koel; heerlijk om bij te fietsen. Later kwam de zon door en werd het al redelijk warm. We kwamen op een pad met grof gesteente; moeilijk om te rijden. We volgden het 4,5 km. Onze ingewanden waren totaal door elkaar geschut. De tweede heuvel ging ook goed, maar het het was een slechte weg; vooral later heuvelafwaards lag er ook veel los grint op de weg. Dat maaktehet afdalen wat lastiger.

De wind nam ondertussen behoorlijk toe. We reden veel door graandallen, of hoogvlaktes. Omdat het van die lange einden waren was het redelijk saai, maar ook heel winderig. Na 42 km hebben we in een dorp waar veel Pelgrims samenkomen even lekker cola gedronken. We hebben daar onze Belgische vrienden ook weer ontmoet en gezellig gepraat. Ze hebben allebei hartproblemen, en fietsen daarom op een electrische fiets. Toch mooi dat het dan zo nog kan.

Om 16.30 weer op pad. Lange saaie wegen. Het was eigenlijk best nog ver. We kwamen langs een ruïne, die als hulppost was ingericht voor Pelgrims. En ook volgen we de route door een heel mooi dorpje op een berg, Castrojeriz, met heel oude en verweerde huisjes en met een Tempeliersburcht (waarschijnlijk uit de 8e eeuw) op de top van de heuvel. Vlak voor Fómista ( het dorp waar we gingen slapen) was het Canal de Castilla. Deze heeft hoge sluizen vlak boven elkaar. De muren lopen enigszins gebogen waardoor er 2 schepen tegelijkertijd geschut konden worden. Het kanaal overbrugt in 200 km 150 m hoogteverschil mbv 49 sluizen. Er werd in de 18e eeuw bijna een eeuw aan gebouwd en was toen een kunststuk. Het kanaal werd nooit voltooid, maar geld als cultureel erfgoed.

Om 19.30 uur waren we in ons hotel. We hebben 80 km gefietst.

Van Belorado naar Burgos

Vannacht goed geslapen; maar toch een beetje benauwd zo met alle ramen een luiken dicht voor al het verkeer, en de airco aan. Alles klaargemaakt, broodje op de kamer en 9.35 uur zaten we op de fiets. Nog brood en heerlijke kokoskoekjes gehaald, dus 9.55 uur echt aan het fietsen. Natuurlijk weer aan de late kant. We hadden meteen een licht stijgend traject, dus de beentjes konden warm worden voor het echte werk. We voelden ons allebei wat moe in de benen, maar gelukkig was dat na een poosje weer verdwenen. Na 7 km begon dan het echte klimmen. We hadden 2 stevige heuvel achter elkaar, waarbij we stegen tot over de 1000 meter. Daarna nog een aantal kleinere heuvels. Maar het ging goed! Na een regenbui en de daarbij gepaard gaande kou, hebben we na 12 km in een klein dorpje Villa Franca, in een dorpscafé eerst maar eens een bak koffie gehaald. Het werd heel gezellig want (toevallig) stroomde het nadat wij er kwamen vol met mensen. We hebben hun verteld wat we deden en waar we vandaan kwamen. “ Ollanda, ja daar hadden ze allemaal bloemen” wist iemand. Heel gezellig! En we hebben allemaal als dikke vrienden afscheid genomen. “Buen Camino”riepen ze allemaal. De paar woorden Spaans die ik nog ken komen nu goed van pas!

Toen we de route weer opzochten kwamen we 3 mannen tegen: 2 Belgen en een Fransman die nu met hun meereed. Ze deden de Camino ook. De Belgen wèl op een electrische fiets. We hebben leuk met hun gesproken en zijn ze later nog een paar keer tegengekomen.

De tweede berg ging ook goed. Om 1 uur waren we in San Juan de Cortega, een dorp waar Pelgrims vanuit de hele wereld samenkomen. San Juan heeft als volgeling van san Domingo in de twaalfde eeuw heel veel voor de Pelgrims betekend. Hij is daar dan ook ook een held. San Juan de Cortega bestaat voornamelijk uit een prachtig gerestaureerde kerk en een voormalig klooster. De kerk is heel mooi van binnen en van buiten en daar bevindt zich ook de crypte van San Juan. Na een lekkere lunch weer op de fiets voor het tweede deel.

Dat ging ook heel goed, behalve een stukje met een steiging van 14%! Dat is bijna niet te doen! ‘S morgens was het eerst zwaarbewolkt, maar lekker fietsweer, na de regenbui was het eerst een stuk frisser. Maar ‘s middags kwam er zelfs de zon weer bij en dan is het snel warm. Het laatste stuk van 7 km was lekker bergafwaarts met af en toe een heuvel. Burgos is een grote plaats, dus het duurde wel een tijdje voor we bij ons pension waren, maar om 17.45 uur waren we er. We hadden geen afspraak gemaakt over de fietsen, daarom belde ik de beheerder (in dit soort pensions krijg je een code om naar binnen te kunnen, en verder zie je niemand). Nee, ze hadden alleen kamers en geen ruimte voor fietsen. En die mochten ook niet op de kamer staan want het was veel te klein en alles zou dan beschadigen. Het was ons probleem en niet de hunne. We hadden eerst moeten vragen of er wel plaats was voor een fiets voordat we boekten, zei hij. We konden wel bij de Auberge in de stad vragen of de fietsen daar mochten staan. We kregen het adres ook nog. John baalde als een stekker! Eerst zei hij, we zetten ze gewoon op de kamer. Maar er waren zoveel trappen, en smal, en kleine lift, dat dat echt niet kon. Toen zei hij: we boeken gewoon een ander hotel! Maar dat leek mij niet een goed idee. Ik had even gekeken waar die Auberge ongeveer was, maar dat was ook een heel gedoe: erheen, vragen, ja/nee, terug lopen, en dan morgenochtend weer ophalen.... Konden we niet wat anders bedanken? Ik liep door de straat en zag een aantal banken: zouden we ze daar niet kunnen stallen? Maar er was niemand. Er was ook een supermarkt naast ons; ikdacht: daar misschien? Ik ging naar binnen en sprak een vakkenvuller aan, met de bedoeling bij de chef te komen. Het bleek een jonge vrouw te zijn. Ik legde het probleem uit (ze sprak gelukkig engels) en vroeg of er misschien een mogelijkheid was om de fietsen een nacht in de supermarkt te stallen. Ze dacht even na, en zei toen dat dat wel kon. Hè? Hoera! Bleek die vrouw de chef van de supermarkt te zijn! We hebben even bekeken waar ze het beste, veilig en vast konden staan en hoepla! Fietsen onderdak! Ik kon die vrouw wel zoenen!

Om 9 uur gaan ze weer open, maar dat komt prima uit want in onze slaapgelegenheid mag je voor 9 uur ook geen lawaai maken. We hebben een leuke, kleine kamer met lekkere douche. Vanavond zijn we heel gezellig uit geweest in het stadje; ik lekker pasta, en John pizza eten.

We hebben 65 km gereden.